HogeJacht.nl

Welkom op de website van Will Dokter

imagesCA26XR5J
Bouwproef Vos

Ondergrondse Selectie. Bij deze proef gaat men kijken hoe de teckel in een vossenbouw te werk gaat. Hiervoor wordt een "kunstbou"gebruikt waarbij de vos achter een rooster zit. De teckel wordt aangezet aan de bouw en moet zelfstandig door de bouw tot aan het rooster, daar aangekomen moet hij "luid geven" (de vos aanblaffen) tot de keurmeester vindt dat het genoeg is. Voor men aan deze proef mee mag doen, moet hij voor de proeven schotvast en spoorluid geslaagd zijn. 

Regelementen; BhFK95


Artikel III.A.1 
DOEL

Het doel van deze bouwproef is het vaststellen van de mate van geschiktheid van de deelnemende honden voor het werk op de vossebouw.

 

Artikel III.A.2

TOELATINGSEISEN

1. Om aan deze proef te mogen deelnemen moeten honden, met uitzondering van honden behorende tot de terriërrassen, de aantekening Sp (zie Artikel II.C.8) of een overeenkomstige buitenlandse aantekening hebben behaald.

 2. Om aan deze proef te mogen deelnemen moeten honden, behorende tot de terriërrassen, de aantekening Sv (zie Artikel II.A.7) of een overeenkomstige buitenlandse aantekening hebben behaald.

 

Artikel III.A.3

KEURMEESTERS

1. De proef wordt beoordeeld door twee keurmeesters.

2. Aan één keurmeester team mogen maximaal zes honden ter beoordeling worden toegewezen.

 
Artikel III.A.4

DE INRICHTING VAN DE PROEF

1. De proef wordt afgelegd in enigszins overzichtelijke en met natuurlijke vossenbouwen bezette

bospercelen, kaal slagen of dekkingen; de te gebruiken bouwen moeten bij voorkeur drie doch

tenminste twee in- of uitgangen hebben.

2. De proef mag niet worden afgelegd in kunstmatig aangelegde bouwen; het uitzetten van vossen, zelfs in natuurlijke bouwen, is niet toegestaan.

 

Artikel III.A.5

DE WERKWIJZE

1. De hond moet los, zonder halsband of lijn of welk ander hulpmiddel dan ook, worden voorgejaagd. Het insmeren van de hond met geurstoffen en het omhangen van belletjes of zendertjes is niet toegestaan.

2. Op aanwijzing van de keurmeesters, wordt de hond aangezet op een vossenbouw.

3. De hond moet de bouw zelfstandig, vlot aannemen.

4. Indien de hond de bouw niet aanneemt en er blijkt wel een vos op te zitten, wordt dit aangerekend als een ernstige fout, die bij herhaling tot uitsluiting leidt.

5. Indien de hond de bouw niet aanneemt en er blijkt geen vos op te zitten wordt dit niet als fout aangerekend.

6. De hond moet op de bouw vlot, ijverig en met volharding werken. Als er een vos op de bouw blijkt te zitten mag de hond niet onverrichterzake terugkeren tenzij hij fel contact met de vos heeft gehad en, nadat hem met toestemming van de keurmeesters eventueel enige rust is gegund, uit zichzelf of op commando zonder aarzelen opnieuw de bouw aanneemt. Een hond die van een bouw, waar een vos op blijkt te zitten voor de derde maal onverrichterzake terugkeert, zonder dat het hiervoor gestelde van toepassing was, en een hond die weigert een dergelijke bouw opnieuw aan te nemen, wordt uitgesloten.

7. Indien een hond de bouw niet aanneemt of voor de derde maal onverrichterzake terugkeert, zonder dat het onder lid 6 gestelde van toepassing was, geven de keurmeesters de beurt aan de volgende hond. Indien ook een tweede hond de bouw niet aanneemt of voor de derde maal onverrichterzake terugkeert, bepalen de keurmeesters, naar eigen inzicht, of zij nog meer honden op dezelfde bouw aanzetten.

8. Teneinde achteraf te controleren of de bouw bezet was, is aan de keurmeesters elk weidelijk en wettig hulpmiddel toegestaan.

9. De hond moet op de bouw ferm en met volharding werken; angst voor bouw of vos leidt tot uitsluiting.

10. Indien de hond een vos vindt moet hij deze luid gevend attaqueren en doen springen, stellen of bemachtigen.

11. De hond die, op twee verschillende bouwen, een vos doet springen, stelt of bemachtigt zonder dat hij daarbij luid is geweest, wordt uitgesloten tenzij de vos zo snel springt dat deze fout, naar het oordeel van de keurmeesters, de hond niet mag worden aangerekend.

12. Bouw luid zijn, dat wil zeggen luid geven terwijl er geen vos op de bouw blijkt te zitten, is een ernstige fout; op twee verschillende bouwen luid zijn zonder wild te tonen leidt tot uitsluiting.

13. Indien een hond een vos doet springen moet hij, tenzij er meer vossen op de bouw blijken te zitten, vlot achter de vos uit de bouw komen.

14. Indien een hond een vos stelt moet hij deze door voortdurend en effectief attaqueren op zijn plaats houden, waarbij hij aanhoudend luid moet zijn.

15. Indien de hond een vos bemachtigt moet hij deze zo mogelijk buiten de bouw brengen.

16. Vossen onnodig ernstig beschadigen en bemachtigde vossen niet buiten de bouw brengen leidt tot uitsluiting.

17. Honden, die geen wild vinden, moeten uit eigen beweging of op commando van de voorjager uit de bouw terugkeren; keurmeesters zijn bevoegd voorjagers op te dragen hun hond terug te roepen.

18. Honden, die niet binnen redelijke tijd, zulks ter beoordeling van de keurmeesters, uit de bouw terugkeren, met of zonder vos, worden uitgesloten.

 

Artikel III.A.6

DE BEOORDELING

1. Deze proef wordt gekeurd op onderdelen.

De onderdelen zijn: • SPRINGEN/STELLEN • WERKLUST • LUIDGEVEN

2. Aan elk onderdeel wordt een vermenigvuldigingsfactor toegekend.

3. Elk onderdeel wordt gewaardeerd met een cijfer.
De betekenis van de cijfers is:

0 = onvoldoende;

1 = matig;

2 = voldoende;

3 = goed;

4 = zeer goed.


4. Bij het onderdeel "SPRINGEN/STELLEN" wordt beoordeeld: de mate van felheid en zekerheid,

waarmee de hond de vos, nadat hij deze heeft gevonden, attaqueert, tot springen dwingt, stelt of

bemachtigt en eventueel buiten de bouw brengt.
Note:

Het waarderingscijfer "4" mag voor dit onderdeel worden toegekend indien de hond een één maal gevonden vos fel en aanhoudend blijft attaqueren en als resultaat daarvan doet springen, stelt of bemachtigt.
5. Bij het onderdeel "WERKLUST" wordt beoordeeld: de wijze waarop de bouw wordt aangenomen en de ijver en volharding om in de bouw het wild te vinden.

Note:

Het waarderingscijfer "4" mag voor dit onderdeel worden toegekend indien de hond de bouw vlot en zelfstandig aanneemt, (nagenoeg) zonder steun van zijn voorjager werkt en niet onnodig zonder resultaat uit de bouw terugkeert.

6. Bij het onderdeel "LUIDGEVEN" wordt beoordeeld: het tijdstip van luid worden en de mate van luid zijn.

Note:

Het waarderingscijfer "4" mag voor dit onderdeel worden toegekend indien de hond stom is zolang hij geenwild heeft gevonden, na het vinden onmiddellijk fel luid geeft en dit aanhoudt, zolang hij rechtstreekscontact heeft met de vos, tot het moment waarop de vos de bouw heeft verlaten of het moment waarophij de vos heeft bemachtigd.

 

Artikel III.A.7

KWALIFICATIES

1. Zie A.V.R. hoofdstuk VIII.

2. Om voor een kwalificatie in aanmerking te komen moet de hond tenminste één weerbare vos hebben doen springen, gesteld of bemachtigd; deze vos moet tenminste gedurende enige minuten tegenstand hebben geboden. Onder een weerbare vos wordt in dit verband verstaan een vos, die heeft gewisseld en over een (nagenoeg) volledig gebit beschikt.

3. Om voor een (reserve)werkkampioenschapsprijs in aanmerking te komen moet de hond voor alle onderdelen het waarderingscijfer "4" hebben behaald.

4. Voor de overige kwalificaties wordt verwezen naar onderstaande tabel: Onderdeel Factor Minimaal waarderingscijfer U I ZG II G III

Springen/stellen 10 4 3 2

Werklust 8 4 3 2

Luidgeven 7 3 2 1

 

Artikel III.A.8

AANTEKENINGEN/ BhFK/95

1. Honden, waaraan de kwalificatie "U" / "I" is toegekend verwerven de aantekening BOUWHOND VOS 1 = Bh V1.

Honden, waaraan de kwalificatie "ZG" / "II" is toegekend verwerven de aantekening BOUWHOND VOS 2 = Bh V2.

Honden, waaraan de kwalificatie "G" / "III" is toegekend verwerven de aantekening BOUWHOND VOS 3 = Bh V3.

 

2. Uitsluitend dashonden, die deze proef met goed gevolg hebben afgelegd verwerven, ongeacht de

toekende kwalificatie, bovendien de aantekening: BOUWHUND FUCHS NATUR = BhFN.